Tsja… hoe kan ik anders mijn verhaal beginnen dan met gids Meri, die een nietsvermoedende boom in een innige omhelzing verstrengelt?
De gedupeerde is een vierhonderd jaar oude Abies alba, gewone zilverspar, die lijdzaam de schurkende bewegingen van mijn gids ondergaat. Die wikkelt haar uitgestrekte armen om diens lijvige stronk, drukt haar getuite lippen op zijn barst en laat daarbij verlossende kreuntjes in het bos ontsnappen.
Mijn man beweert ook graag dat ik niet goed snik ben,’ lacht Meri, terwijl haar linkerbeen als een ruitenwisser over het onderlichaam van de zilverspar roteert. ‘Maar dan antwoord ik dat ik al gek was vóórdat ik hem ontmoette.’
Knuffel een zilverspar
Plaats delict is Aigüestortes i Estany de Sant Maurici, het enige nationale park van Catalonië. Een wonderlijke wereld van puntige granieten pieken die hoog boven de naaldbossen uittorenen, gevormd en geslepen door schurende gletsjers, en waarlangs duizenden beekjes en watervallen richting rimpelloze meren stromen. Waarmee ik maar wil zeggen: dit is een vreedzaam stukje aarde.
Veel lieflijker dan de kale rotspartijen van de afgelopen dagen. En het wonderlijke? Toen ik Val d’Aran binnenreed, een vallei die eeuwenlang geïsoleerd in het hooggebergte lag en daardoor zijn eigen unieke identiteit ontwikkelde, was die woeste wereld ineens verdwenen. Alsof er een filmdoek van een natuurdocumentaire werd uitgerold. Ineens lagen daar eindeloze groene grashellingen met bontgekleurde bloemen te pronken, bewandeld en begraasd door caramelbruine koeien. Een overdaad aan groen, en dat kwam volgens de bewoners met wie ik de bergen in een 4x4 en via een uitdagende Via Ferrata-route verkende, omdat hun vallei als enige vallei in de Catalaanse Pyreneeën aan de Atlantische kant ligt.
Via een houten wandelpad wandelen Meri en ik dieper het galmende, mossige bos in, langs de meanderende stroompjes waaraan het park zijn naam dankt: ‘Aigüestortes’, legt Meri uit, ‘twisted waters’.
Verken Nationaal Park Aigüestortes i Estany de Sant Maurici
De ‘aigües tortes’, ‘kronkelende wateren’ zijn in dit park volop aanwezig. Er zijn talloze bergmeren, watervallen en meanderende beekjes, afgewisseld door grillige bergen, rotsen en bossen. Niet alleen beschermt het nationaal park de planten en dieren die in het gebied leven, ook doet ze haar best om de herders en hun kuddes in hun traditionele leefomgeving te houden. De vele routes, waarvan een klein deel over houten wandelpromenades, deel je daarom soms met eigenwijze koeien.
Meri rechtvaardigt haar handelingen met de theorie van Vandana Shiva, de Indiase activiste die het boomknuffelen heeft uitgevonden en die van de Japanse dokter Qing Li, die al vijfentwintig jaar lang onderzoek doet naar de gezondheidsvoordelen van Shinrin-Yoku. Die bosgeneeskunde stelt dat wanneer je bomen, takken, bloemen, bladeren hoort, ziet, ruikt, voelt en proeft je lichaam overgaat tot heling. ‘Het verlaagt je hartslag, je bloeddruk, vermindert de productie van stresshormonen,’ zucht Meri, ‘en verbetert je immuunsysteem’.
‘Maar Aigüestortes herbergt niet alleen miljoenen dennen en sparren, er leven ook bergmarmotten, hermelijnen, en wilde geiten. Één bewoner zien we alleen vaak over het hoofd’, meent Meri, ‘De homo sapiens.’
‘Niemand kent dit landschap beter dan de herders die hier al eeuwen hun kuddes laten grazen. Zij spelen een onmiskenbare rol in het behoud van de natuur. Daarom doen we er alles aan om de herders binnen het park te houden en hun traditionele leefwijze te beschermen.’
Aan de rand van Aigüestortes liggen dorpjes waar alles gemaakt lijkt van kinderkopjes. De straten, de steegjes, de huizen en ook de vroeg-romaanse kerken waarvan elk bergdorpje er minstens eentje lijkt te hebben.
In de vallei Vall de Boí staan er zelfs negen, elk met zijn eigen waanzinnige fresco’s en schilderingen, maar sinds 2000 gezamenlijk Unesco-werelderfgoed. Mijn favoriet is de Sant Climent in Taüll. In die kerk worden de twaalfde-eeuwse fresco’s zeven keer per dag met speciale 3D-projecties en geluidseffecten boven het altaar geprojecteerd - de originelen liggen veilig opgeborgen in het Nationaal Museum van Catalaanse Kunst in Barcelona.
Die nacht zie ik vanaf de top van een berg nog een stukje werelderfgoed afdalen. Het blijken luid schreeuwende dorpsbewoners die met zelfgemaakte, brandende fakkels op hun schouder via een zigzaggend pad naar beneden hollen. Dwars door de straten van het onderliggende dorp, waarmee ze een regen van vonken veroorzaken die akkers, bossen, straten en hun dorpsgenoten reinigen en behoeden voor het kwaad.
Zoals elke dorp een duizend jaar oude kerk heeft, zo heeft elk dorp rond het zomerpunt zijn eigen Falles. Sinds een paar jaar ook op het Unesco-lijstje.
Vier de Falles de Llesp
Tijdens de Falles de Llesp, het festival van het vuur, rennen dorpelingen met bran- dende fakkels van de heuvels naar beneden om een groot vreugdevuur te maken op het plein in het dorp. Het festival vindt jaarlijks in juni in verschillende Catalaanse dorpen plaats
Deze reis werd mede mogelijk gemaakt door Het Catalaans Verkeersbureau
Wil je ook op avontuur in deze regio? Lees dan hier verder >
Pentru a putea adăuga comentarii trebuie să fii membru al altmarius !
Alătură-te reţelei altmarius